Teken twee punten en , op afstand 3 cm van elkaar.
Teken de punten die 2 cm van afliggen. Teken ook de punten die even ver van als van liggen.
Kleur de verzameling punten die dichter bij liggen dan bij en meer dan 2 cm van afliggen.
In de vorige opgave horen de punten die op de rand van het gebied liggen er
niet meer bij. Hoe geef je dat in het plaatje aan? En als de punten er wel bij gehoord
zouden hebben, hoe geef je dat dan aan?
Afspraak
Als een stuk van de rand er niet bij hoort, moet je dat stuk stippelen; anders trek
je het gewoon.
In het voorbeeld hoort randpunt 1 niet tot het gebied (open stip) en randpunt 2 wel (dichte stip).
Teken twee punten en , op afstand 3 cm van elkaar.
Kleur de verzameling punten die dichter bij ligt dan bij of ten minste dan 2 cm van afligt.
Op een groot bouwwerk worden twee hijskranen gebruikt. De hijskranen staan 20 meter van elkaar.
Bij staat een grote hijskraan en bij staat een wat kleinere. Beide kranen kunnen hun reikwijdte
variëren: de grote tussen 10 en 15 meter, de kleinere tussen 5 en 10 meter.
Maak een tekening op schaal 1 : 500.
De hijskranen staan daarin 4 cm van elkaar.
Teken de grenzen van het gebied dat door de grote hijskraan bereikt kan worden.
Teken ook de grenzen van het gebied dat door de kleinere hijskraan bereikt
kan worden.
Kleur het gebied waarin door deze kranen bouwmateriaal kan worden neergezet.
Arceer het gebied waarin lasten van de ene kraan door de andere kraan kunnen worden overgenomen.
Neem driehoek zo netjes mogelijk over.
We bekijken alleen de punten die binnen de driehoek liggen of op de rand.
Teken de middelloodlijnen van en .
Kleur de verzameling punten die dichter bij liggen dan bij en dichter bij liggen dan bij .
Arceer de verzameling punten die dichter bij liggen dan bij of dichter bij liggen dan bij .
Teken opnieuw de driehoek van opgave 23.
We bekijken weer alleen de punten die binnen de driehoek liggen of op de rand.
Teken de bissectrices (deellijnen) van de hoeken en .
Kleur de verzameling punten binnen de driehoek die dichter bij liggen dan bij en dichter bij liggen dan bij .
Arceer de verzameling punten binnen de driehoek die dichter bij liggen dan bij of dichter bij liggen dan bij .
Teken twee lijnen en , ongeveer zoals in het plaatje.
( en zijn geen lijnstukken, maar oneindig lange lijnen. Uiteraard is maar een stuk van
de lijnen
getekend.)
Teken de punten die 1 cm van lijn afliggen.
Teken ook de punten die 1 cm van lijn afliggen.
Kleur de verzameling punten die hoogstens 1 cm van afliggen en hoogstens 1 cm van afliggen.
Arceer de verzameling punten die hoogstens 1 cm van afliggen en minstens 1 cm van afliggen.
Teken voor elk van de volgende vragen een assenstelsel zoals hiernaast.
Kleur de punten waarvan de eerste coördinaat tussen en 4 ligt en de tweede coördinaat groter dan of gelijk aan 1 is.
De verzameling punten die je in onderdeel a gekleurd hebt, kunnen we kort zó noteren:
en .
Kleur de punten waarvoor of .
Kleur de punten waarvoor en .
Kleur de punten waarvoor of .
Als je van een getal weet dat en bovendien dat , dan weet je van het getal dat: .
Schrijf op deze manier korter:
en
en
en
is de verzameling getallen waarvoor geldt: .
is de verzameling getallen waarvoor geldt: .
Teken op een getallenlijn de verzameling getallen waarvoor geldt:
of ,
en ,
en niet ,
en niet .
Beschrijf elk van deze vier verzamelingen zo eenvoudig mogelijk; gebruik de variabele .
is de verzameling getallen waarvoor: .
is de verzameling getallen waarvoor: .
Geef op een getallenlijn de verzameling getallen waarvoor geldt:
of ,
en ,
en niet ,
en niet .
Beschrijf elk van deze vier verzamelingen zo eenvoudig mogelijk; gebruik de variabele .
is de verzameling gehele getallen van 13 tot en met 47. is de verzameling gehele getallen van
tot en met 29.
De verzamelingen en zijn in het diagram getekend. In elk van de drie stukken is het kleinste gehele getal
en het grootste gehele
getal met een stip aangegeven.
Welke getallen zijn dat?
Hoeveel getallen zitten er:
in en in ,
in of in ,
in maar niet in ,
in maar niet in ?
Hoe kun je de vier antwoorden in onderdeel b controleren?
Hoeveel gehele getallen tussen 1 en 20 zijn er, waarvoor geldt:
is even en is een drievoud
is even of is een drievoud
is even en is geen drievoud
is een drievoud en is oneven